Nee, ze komt niet. Natuurlijk niet. Ik heb geen excuus nodig voor verjaardagen en andere feestjes, maar tegenwoordig lopen uitnodigingen steeds vaker via de mail. Afbellen hoef ik niet (nee, ik kom voor jou m’n bed niet uit, als je daar soms op gerekend had).
Soms bel ik een dag van tevoren toch even op om iedereen veel plezier te wensen, meestal niet. Ik wil de standaardreactie op mijn ik zag de uitnodiging voorbijkomen liever niet horen: nee, haha, natúúrlijk kom je niet, dat zou lachen zijn, nee, dat was gewoon een mailtje naar het hele adresboekje. Lachen? Hm, au!
Ze hebben gelijk hoor, maar hoe normaler het na al die jaren lijkt te zijn voor anderen, hoe gekker het voor mij voelt en hoe vaker ik me afvraag: vinden mensen het nou echt zo normaal? Ach, misschien houden zij hun mond om mij te sparen, of bang voor een emotionele reactie, en zwijg ik om de feestvreugde niet te bederven... Denken voor anderen: ik ben er behoorlijk goed in en ga er soms ook behoorlijk ver in?!
Ik snap niet dat er een tijd was − toen ik net op bed lag − dat ik het ook bijna normaal vond. Ik denk dat het een kop-in-het-zand-strategie is geweest die ervoor heeft gezorgd dat ik enigszins bleef functioneren. Nu komt eindelijk het ‘durven voelen’ op gang. Au!
En dus heb ik hevig liggen sniffen zaterdag toen een uitnodiging voor de bruiloft van vrienden gepaard ging met een heel lief briefje. Een deel van hun vrienden woont in het buitenland en de reis is wel erg kostbaar, maar ze lieten me weten dat afwezig zijn vanwege gezondheid een stuk wranger is dan afwezig zijn om zeg maar materiële dingen. Dankjewel!
Vervolgens belde ’s avonds de vriend op die drie weken geleden zijn vrouw verloor. Hij had mijn stukje van 11 juni Afwezigheid gelezen en sprak me bijna streng toe. Het kwam erop neer dat ik niet zo idioot moest doen: ik werd wel degelijk gemist... Dankjewel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor je reactie!