donderdag 14 juli 2011

Mijn 'eigenlijke ik' (uit dagboek 2008)

Steeds meer mensen in mijn leven kennen me alleen zoals ik nu ben: in bed. Waarom zoeken ze me op? Niet in de zin van ziekenbezoek, maar mijn nabijheid zoeken, vrienden willen zijn? Ze kennen mijn ‘werkelijke ik’ niet, je weet wel, dat meisje van dertien in een dozijn uit een fijn gezin, muzikaal en met een prima verstand. Een meisje dat niet overliep van zelfvertrouwen, maar ook niet een uitgesproken laag zelfbeeld gehad. Gewoon, zo’n meisje dat haar weg wel vindt en vrienden heeft. Geen uitbundige slierten, maar een paar andere meisjes uit dat dozijn waar ze het goed mee kan vinden. Dát ben ik. En ja, ik ben ziek geworden en op bed beland, maar dat is de niet-leuke variant van die ik.
Het is moeilijk te accepteren dat de gezonde ik naar de achtergrond verdwijnt, er niet meer toe doet. In mijn ogen ben ik een gehandicapt geraakt meisje (best een leuke meid, altijd al geweest), en geen bedlegerige vrouw van 31. Kortom, mijn zelfbeeld is niet realistisch.
Neef G. wilde me interviewen voor een maatschappelijk project over gehandicapten. Braaf beantwoordde ik onmogelijke vragen als: wat vind je van de positie van gehandicapten in Nederland? Op dicteertempo verzon ik een pluspunt, een minpunt en ik scoorde. Zijn wangen werden rood: hier kon wel eens een mooi punt in zitten!
Aan het eind van het gesprek vroeg ik voorzichtig. G, weet je nog dat ik liep, daarna in een rolstoel belandde en pas daarna op bed ben beland? Hij keek me met grote ogen aan, niet-begrijpend wat het issue was. Neuh, niet echt. Jij ligt gewoon op bed. Waarschijnlijk begreep hij dat ik niet erg tevreden was met het antwoord omdat ik niks zei. Hij dacht even na en zei toen: Op de foto van de 50-jarige trouwerij van opa en oma sta je niet. Nee, daar zit je naast oma. Ja, en toen met dat feestweekend met de hele familie was je aan het pootjebaden in het zwembad vanuit je rolstoel.
Ik kan hem wel zoenen, zo blij ben ik. Hij heeft me dus ook gekend zoals ik eigenlijk ben. Nou ja, niet lopend, maar in een rolstoel, maar dat is ook prima. Niks mis met een rolstoel, kun je verdomd veel mee.

2 opmerkingen:

  1. Uiteindelijk is voor hen die opgroeien met je die rolstoel of dat bed vanzelfsprekend.
    Voor diegenen die in die rolstoel of op dat bed verblijven is dat niet altijd even vanzelfsprekend. Zij zouden zo graag nog herkend worden als "gewoon".

    Mijn neefjes weten dat ik heb kunnen lopen, springen en rennen. Toch is de rolstoel en het bed vanzelfsprekender aan mij verbonden als dat, in onze ogen, veel normalere (raar woord) lopen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In mijn ogen heb je aan waarde in elk geval geen millimeter ingeboet, ik snap je punt, echt, ik leef het tenslotte.
    Ik hoop dat mensen de gehele Jessie blijven zien en dat jij de persoonlijkheden kunt verenigen, Jeez wat klinkt dat zweverig maar vind even de juiste woorden niet denk ik.
    Wijt het maar aan de pillen:-)

    BeantwoordenVerwijderen

Bedankt voor je reactie!