Ik ben 36 jaar, sinds 18 jaar ziek, waarvan er nu 14 op bed. Fulltime. Dus niet even eruit om de benen te strekken, te douchen of een plas te doen. Geen zitfunctie, bijna geen armfunctie. Een ligrolstoel is geen optie, dus ik ben al 12 jaar niet meer buiten geweest. Ondanks een redelijk optimistisch karakter, maak ik me zorgen om de toekomst, baal van mijn afhankelijkheid en de bijbehorende machtsverhoudingen. Maar met wat humor en zelfrelativering kunnen ook dat best interessante thema’s zijn.
vrijdag 11 oktober 2013
Wie ben ik?
Ik ben ziek. Of gehandicapt. 's Morgens als ik misselijk ben, voel ik me ziek. De rest van de tijd geef ik de voorkeur aan 'gehandicapt'. Nu is dat niets nieuws, sterker nog: steeds meer mensen in mijn leven kennen me alleen zoals ik nu ben: in bed.
Waarom zoeken ze me op? Niet in de zin van ziekenbezoek, maar waarom zoeken ze mijn nabijheid, willen ze vrienden worden? Ze kennen mijn gewone ‘ik’ niet, je weet wel, dat meisje van dertien in een dozijn uit een fijn gezin, muzikaal en met een prima verstand. Een meisje dat nooit overliep van zelfvertrouwen maar niet uitgesproken negatief oordeelde over zichzelf. Gewoon, zo’n meisje dat haar weg wel vindt en vrienden heeft. Geen uitbundige slierten, maar een paar andere meisjes uit dat dozijn waar ze het goed mee kan vinden. Dát ben ik. En ja, ik ben ziek geworden en op bed beland, maar dat is alleen maar de niet-leuke variant van mij.
Het blijft moeilijk te accepteren dat mijn gezonde ik, en zelfs al de herinnering aan haar, naar de achtergrond verdwijnt, er niet meer toe doet. Ik ben niet meer een gehandicapt geraakt meisje (maar toch best een leuke meid) maar een bedlegerige vrouw van 36.
Neef G. wilde me een keer - alweer een jaar of tien geleden, maar het heeft indruk gemaakt - interviewen voor hun project bij maatschappijleer over gehandicapten. Braaf beantwoordde ik onmogelijke vragen als: “Wat vind je van de positie van gehandicapten in Nederland?” Ik maakte er maar wat van. Op dicteertempo verzon ik een pluspunt en een minpunt en ik scoorde. Zijn wangen werden rood: hier kon wel eens een mooi punt in zitten!
Aan het eind van het gesprek vroeg ik voorzichtig: "Weet jij nog dat ik liep, daarna in een rolstoel belandde en pas daarna op bed? Hij keek me met grote ogen aan, niet begrijpend wat het issue was. “Neuh, niet echt. Jij ligt gewoon op bed.”
Waarschijnlijk zag hij dat ik niet erg tevreden was met het antwoord. Hij dacht even na en zei toen: “Op de foto van opa’s en oma’s feest zit je naast oma. Ja, en met het familieweekend daarna zat je aan de rand van het zwembad te pootjebaden vanuit je rolstoel.”
Ik kon hem wel zoenen, zo blij was ik. G. heeft me dus nog gekend zoals ik eigenlijk ben. Nou ja, niet lopend, maar in een rolstoel, maar dat is ook prima. Niks mis met een rolstoel, kun je verdomd veel mee.
zondag 6 oktober 2013
donderdag 3 oktober 2013
Aanwijzing: klik op de link
Onderstaande blog gaat over aanwijzingen geven. De blog is van een mede-Fokuscliënt en is wel zó herkenbaar. Lachwekkend voor het moment, maar als het chronisch wordt niet grappig meer...
http://petrainzwartofwit.blogspot.nl/2013/10/duidelijke-aanwijzingen.html?spref=tw
http://petrainzwartofwit.blogspot.nl/2013/10/duidelijke-aanwijzingen.html?spref=tw
Abonneren op:
Posts (Atom)