vrijdag 20 december 2013

Samen twee!



Lichaam en geest één? Welnee. Natuurlijk, ze kunnen niet los van elkaar functioneren en ik heb geleerd mijn lijf niet meer te negeren, te blokken alsof het er niet bij hoort. Er niet bij mág horen. Maar volkomen één zijn met mijn lichaam beschouw ik niet langer als een doel. Sterker nog, ik geloof niet dat ik er – alle theorieën daaromtrent ten spijt – gelukkiger van zou worden.

Wat dan? Ik houd het op samenwerking. Partnerschap, zonder mijn lichaam te hoeven accepteren als onderdeel van ‘mij’. Immers, in een gezonde relatie houden partners meestal ook een eigen leven. Totale samensmelting vind ik eng. Liever dus ‘samen twee’ dan ‘samen één’. Dat is meteen mijn voornemen voor 2014: ik wil een liefdevolle mantelzorgrelatie opbouwen met mijn lichaam. Misschien kan ik dan volgend jaar rond deze tijd het volgende kan zeggen.

We hebben dit jaar weer veel mooie momenten beleefd. We hebben genoten van onze neefjes, onze hobby’s en de fijne mensen om ons heen. Ik moet alleen bekennen dat onze relatie wel erg bepaald wordt door de ziekte van mijn partner. We zijn daardoor aan huis gebonden, het dagelijks leven staat vaak in het teken van therapie en zorg en het is continu schipperen met de energie van mijn partner. Dat valt niet altijd mee en bepaalt ook sterk wat ík kan doen. Ook de pijn speelt een grote rol in wat we kunnen ondernemen. Al met al redden we ons, maar soms is het lastig om lichtpuntjes te blijven zien. Het is bovendien een beangstigend idee voor ons allebei dat we weten dat de situatie niet zal verbeteren. Maar… we hebben het goed samen, zijn op elke ingespeeld en weten meestal wat we aan elkaar hebben. Ik steun mijn partner zo goed als ik kan, en dat doe ik met liefde. Het enige wat ik mis in onze relatie, is dat die steun en troost puur eenrichtingsverkeer zijn.

Iedereen hele fijne feestdagen gewenst en, wat je voornemens voor 2014 ook zijn, ik wens je een mooi jaar!

vrijdag 11 oktober 2013

Wie ben ik?


Ik ben ziek. Of gehandicapt. 's Morgens als ik misselijk ben, voel ik me ziek. De rest van de tijd geef ik de voorkeur aan 'gehandicapt'. Nu is dat niets nieuws, sterker nog: steeds meer mensen in mijn leven kennen me alleen zoals ik nu ben: in bed. 
Waarom zoeken ze me op? Niet in de zin van ziekenbezoek, maar waarom zoeken ze mijn nabijheid, willen ze vrienden worden? Ze kennen mijn gewone ‘ik’ niet, je weet wel, dat meisje van dertien in een dozijn uit een fijn gezin, muzikaal en met een prima verstand. Een meisje dat nooit overliep van zelfvertrouwen maar niet uitgesproken negatief oordeelde over zichzelf. Gewoon, zo’n meisje dat haar weg wel vindt en vrienden heeft. Geen uitbundige slierten, maar een paar andere meisjes uit dat dozijn waar ze het goed mee kan vinden. Dát ben ik. En ja, ik ben ziek geworden en op bed beland, maar dat is alleen maar de niet-leuke variant van mij. 
Het blijft moeilijk te accepteren dat mijn gezonde ik, en zelfs al de herinnering aan haar, naar de achtergrond verdwijnt, er niet meer toe doet. Ik ben niet meer een gehandicapt geraakt meisje (maar toch best een leuke meid) maar een bedlegerige vrouw van 36. 
  
Neef G. wilde me een keer - alweer een jaar of tien geleden, maar het heeft indruk gemaakt - interviewen voor hun project bij maatschappijleer over gehandicapten. Braaf beantwoordde ik onmogelijke vragen als: “Wat vind je van de positie van gehandicapten in Nederland?” Ik maakte er maar wat van. Op dicteertempo verzon ik een pluspunt en een minpunt en ik scoorde. Zijn wangen werden rood: hier kon wel eens een mooi punt in zitten! 
Aan het eind van het gesprek vroeg ik voorzichtig: "Weet jij nog dat ik liep, daarna in een rolstoel belandde en pas daarna op bed? Hij keek me met grote ogen aan, niet begrijpend wat het issue was. “Neuh, niet echt. Jij ligt gewoon op bed.” 
Waarschijnlijk zag hij dat ik niet erg tevreden was met het antwoord. Hij dacht even na en zei toen: “Op de foto van opa’s en oma’s feest zit je naast oma. Ja, en met het familieweekend daarna zat je aan de rand van het zwembad te pootjebaden vanuit je rolstoel.” 
Ik kon hem wel zoenen, zo blij was ik. G. heeft me dus nog gekend zoals ik eigenlijk ben. Nou ja, niet lopend, maar in een rolstoel, maar dat is ook prima. Niks mis met een rolstoel, kun je verdomd veel mee.

zondag 6 oktober 2013

donderdag 3 oktober 2013

Aanwijzing: klik op de link

Onderstaande blog gaat over aanwijzingen geven. De blog is van een mede-Fokuscliënt en is wel zó herkenbaar. Lachwekkend voor het moment, maar als het chronisch wordt niet grappig meer...

http://petrainzwartofwit.blogspot.nl/2013/10/duidelijke-aanwijzingen.html?spref=tw

vrijdag 13 september 2013

Kwetsbaarheid vergt iets van kracht...

Het is meer dan een jaar geleden dat ik hier iets schreef. Ging het goed in dat jaar? Mwah, eigenlijk niet zo. Ik functioneerde vrij redelijk maar onderhuids knaagde 'de zinloosheid van alles' aan me, plus het gebrek aan energie om daar iets aan te doen en een zinnige invulling te geven aan de momenten waarop ik me goed voelde.
Ik modderde maar wat aan. En dat maakte het lastig om vanaf enige afstand naar m'n leven te kijken en erover te vertellen. Om je kwetsbaar op te stellen, is het nodig om stevig genoeg in je schoenen te staan. En ik denk dat ik weer zo ver ben!